’s Ochtends om kwart voor acht vertrokken we uit Vlieland in
verband met meegaand tij. Bij Harlingen moesten we een ondiepte over en hoogwater Kornwerderzand was het pas om kwart voor één ’s middags. Maar twee uur voor
hoogwater zou er al genoeg water staan voor onze diepgang van twee meter. Om
kwart voor twaalf kwamen we bij de Lorentz-sluizen van Kornwerderzand aan en
zagen we de draaibrug van de afsluitdijk net voor onze neus dicht gaan. Veel
jachten kwamen ons tegemoet, die kennelijk aan hun vakantie waren begonnen. Met
de volgende sluislichting waren we een uur later door de sluis en met de NW-4
in de rug zeilden we naar de Naviduct/Krabbergatsluizen bij Enkhuizen, waar we
om half vijf geschut werden. Om kwart voor acht ’s avonds kwamen we weer in
onze thuishaven in de Blocq van Kuffeler aan. Het was mooi weer, veel zon en
het merendeel van de tocht van vandaag hebben we kunnen zeilen. De vakantie is voor
dit jaar afgelopen, maar we hebben weer een mooie tocht gemaakt. Met als hoogtepunten:
Rügen, Christiansø en Møns Klint. Rügen is een mooi vaar- en fietsgebied. De idyllische eilanden Christiansø en Frederiksø waren bijzonder. Polen vonden we wat tegenvallen. Het landschap en de
bezienswaardigheden waren niet bijzonder. Gdansk is als Hanzestad misschien
fraaier en interessanter, maar was voor deze tocht net te ver. Mogelijk iets
voor een volgende zeilreis. De Polen zelf waren vriendelijk maar wel wat
ongeorganiseerd. Fietsen op de stoep en je omver rijden is geen uitzondering. Er
wordt veel gebouwd en hard gewerkt. Van 8:00 tot 18:00 uur en zaterdag ook.
Kolobrzeg aan de havenkant leek wel een bouwput. De bezienswaardigheden van de Duitse
Hanzesteden waren mooi, maar we misten toch wel een beetje de bourgondische
sfeer. De vernieuwde jachthaven in Ystad was een verassing. Ystad is een leuk
stadje en ook aan de fietstocht naar Ales Stenar hebben we een goede
herinnering over gehouden. Evenals aan de wandeling naar de indrukwekkende
krijtrotsen van Møns Klint. Opvallend was dat er in de jachthavens bijna overal
vrij internet beschikbaar was. Daar kunnen de Nederlandse jachthavens een
voorbeeld aannemen. Dit geldt ook voor de ligplaatstarieven, die in de Duitse
en Poolse jachthavens ongeveer 40-50 % lager zijn dan in Nederland. Het weer was in de eerste drie weken goed.
De vierde week was minder, toen er een depressie met veel wind en regen
overtrok. De vijfde en zesde week waren weer goed. In het algemeen hebben we
veel zon en weinig regen gehad. En dit keer was het ook niet koud vergelijkbaar
met de voorgaande jaren. Helaas hebben we niet veel kunnen zeilen. De wind was
vaak te weinig, soms te veel of pal tegen. We hebben 156 motoruren gemaakt
tegenover 63 zeiluren. De afstand over de grond was in totaal 1269 Nm, maar we
hebben 1311 Nm gevaren. En dus meer stroom tegen dan mee gehad. Ook met de
mankementen viel het mee. Eén van de drie boordaccu’s heeft het begeven, maar
wat mag je verwachten na acht jaar trouwe en soms intensieve dienst. Binnenkort
worden ze allemaal vervangen, want het is nu weer tijd voor onderhoud. De boeg
en voorzijde romp is sterk vergeeld, de grootzeilval vertoont slijtage, het log
moet nagekeken worden, de windwijzer op de mast is aan vervanging toe. Kortom,
er is weer volop werk en uiteraard gaan we een nieuw reisplan voor volgend jaar
bedenken.
Carina's zeiltocht naar Rügen en Polen
dinsdag 1 juli 2014
maandag 30 juni 2014
Rustdag Vlieland
Vandaag een rustdag om even bij te komen van onze tocht van
Cuxhaven naar Vlieland, want een nacht doorvaren eist toch wel zijn tol in de
vorm van slaaptekort. Maar na een goede nachtrust van 10 uur waren we helemaal
de oude en maakten we een wandelingetje naar de vuurtoren. Bij het dorpje Oost-Vlieland aangekomen liepen we achter de oude Nicolaaskerk langs. Op deze
locatie stond al vanaf de middeleeuwen een kapel, die voor het eerst
vermeld werd in 1245. Later werd deze verheven tot parochiekerk.
Doordat het dorp West-Vlieland langzaamaan ontvolkt werd en de
bevolking zich in Oost-Vlieland ging vestigen, ontstond de behoefte aan een
groter gebouw. De huidige kerk werd waarschijnlijk in 1605 gebouwd.
In 1647 werd deze verbouwd tot een kruiskerk. Na de klim van de 45
meter hoge Vuurboetsduin, bereikten we de vuurtoren, die vanaf 14:00 uur te
bezichtigen was. Dat hebben we dan ook maar gedaan. De Vuurboetsduin is de één
na hoogste duin van Nederland. De vuurtoren zelf is slechts 18 meter hoog. Zodra
het donker wordt gaat het licht van de vuurtoren schijnen, dit gaat geheel
automatisch. Elke vuurtoren heeft een eigen karakter, die van de vuurtoren van
Vlieland is 2 seconden aan, 2 seconden uit. We raakten in gesprek met de
vuurtorenwachter....eh....vuurtorenpachter, want de vuurtoren is niet meer
bemand. En de vuurtorenpachter gebruikt de vuurtoren nu als toeristische
attractie. Na de bezichtiging liepen we nog door het gezellige dorpje Vlieland,
deden nog de laatste boodschappen en
wandelden we terug naar de jachthaven. Inmiddels waren er weer vele jachten
vertrokken en kwamen later er weer nieuwe jachten binnen. Het is wel druk, maar
nog niet overvol. De echte drukte zal nog wel komen in de maand juli, dan wordt
het weer rode vlaggentijd in Vlieland, maar dan zijn wij gelukkig al thuis. 's Avonds maakten we een wandeling langs de haven en namen een lekker ijsje. In de haven was net een visserschip langs de kade afgemeerd, die zijn eigen net in de schroef had gekregen. Een duiker moest er aan te pas komen om het net los te snijden, maar er was geen goed mes of zaag voorhanden. Omstanders begonnen zich ermee te bemoeien en gingen op zoek naar allerlei snij- en zaaggerei. Hoe het afgelopen is, dat weten we niet, want vanwege de koude wind zijn we naar de boot teruggelopen. Morgen gaan we terug naar de Blocq van Kuffeler onze thuishaven en is de vakantie voor dit jaar voorbij. Maar we kunnen met voldoening weer terugkijken op een mooie tocht.
zondag 29 juni 2014
Van Cuxhaven weer terug naar Vlieland
We verlieten Cuxhaven om kwart voor één 's middags, vanwege de stroom die spoedig
zou gaan meelopen. Er vertrokken nog vier zeiljachten met ons mee de Elbe op,
waaronder twee Zweden. De wind was ZW-3/4 en een goede wind om de Elbe af te
zeilen. Het was weer druk met zeevaart op de Elbe. Om half drie kwam er een
donkere lucht opzetten en even later zaten we aan de rand van een dikke bui waar we nog een staartje van meepakten. Er
kwam een rondvaartboot voorbij met veel toeristen aan het dek, die naar een
waddenplaat voer, waarschijnlijk op zoek naar zeehonden. Leuk zo een rondvaart
in de regen. Tegen drie uur was de bui overgetrokken en begon de zon weer
flauwtjes te schijnen. Om vier bogen de Zweedse jachten af en staken de
vaargeul over richting Helgoland. Om half vijf waren we de Elbemonding uit en zetten we koers richting Vlieland, maar
dat was pal tegen de wind in, zodat we de motor moesten bijzetten. Om 18:00 uur
voeren we door de rede van de Jade langs een vrachtvaarder, genaamd Neuenfelde,
waarvan een bemanningslid enthousiast naar ons zwaaide. Om 22:00 uur ging de
zon onder en passeerden we de Küstenwache en een Emergency Tuc GB, die beiden
voor anker lagen bij het Duitse eiland Baltrum. 's Nachts om half drie
passeerden we het windmolenpark bij Borkum, dat als een kermisattractie met
vele rode en gele knipperlichten was gemarkeerd. Vele zeilboten kwamen ons
tegemoet, waarvan we alleen de navigatielichten konden zien. Toen we om vier
uur voorbij het Duitse eiland Borkum waren, begon het weer langzaam licht te
worden. Om één uur 's middags kwamen we vermoeid in Vlieland aan waar we
afmeerden in een vrije box, geholpen door een aardige Nederlander met een grote
motorboot. De afstand was 150 Nm, maar we hadden 160 Nm gevaren en dus meer stroom tegen dan mee gehad. Even later werd het erg druk in de haven. Er kwam zelfs een Frans zeiljacht met drie opvarenden uit Duinkerken binnen, die de havenmeester wilde
zoeken voor een vrije box, waarop wij hen vertelden dat elke niet bezette box
vrij was. Enthousiast voeren ze de haven verder in op zoek naar een vrije box. Morgen
blijven we in Vlieland om uit te rusten van deze tocht.
vrijdag 27 juni 2014
Van Rendsburg naar Cuxhaven
Gisteravond raakten we in gesprek met een Belgische passant uit Nieuwpoort. Ze waren met
hun Hunter 40 op weg naar Stockholm. Nog even bijgekletst over de flamboyante
havenmeester van Nieuwpoort, die wij ook al jaren kennen en nu gedegradeerd was
tot havenmedewerker. Na diesel te hebben getankt bij de vriendelijke
havenmeester, die volgens eigen zeggen speciaal vroeg voor ons was opgestaan,
vertrokken we tegen achten uit het jachthaventje van Rendsburg en voeren onder de brug door met het unieke fraaie hangpontje. Het was vandaag druk met vrachtvaart. We voeren met drie zeeschepen mee naar Brunsbüttel, die
wij telkens inhaalden als ze weer moesten wachten voor tegemoetkomende vrachtvaart.
We passeerden een Engelsman in een piepklein zeilbootje, een Leisure 17 met een buitenboordmotortje, die we
gisteren bij ons in de jachthaven van Rendsburg zagen liggen en kennelijk weer
op weg was naar Engeland. Toch wel bewonderenswaardig met een vijf meter bootje over zee. Hij had zelfs roeispanen bij zich. Om kwart over elf kwam een groot Cruiseschip van
P&O ons tegemoet, genaamd Adonia. Het dek stond vol met enthousiast
zwaaiende passagiers. Tegen twee uur kwamen we bij de sluizen van Brunsbüttel
aan. Ook hier was evenals in Holtenau de sluis voor watersportboten gesloten en
moesten we met de vrachtvaart mee geschut worden. Twee zeeschepen, waarmee we
opvoeren gingen als eerste de sluis in, waarna pas de jachten aan de beurt
kwamen. Om half drie waren we door de sluis heen. De bewolking werd dikker en
even later voeren we met motor en fok in de regen de Elbe af naar Cuxhaven. Het
was erg druk op de Elbe met zeeschepen en nog lastig om de Elbe over te steken
naar Cuxhaven toe. Om kwart over vijf meerden we af in een vrije box in de
jachthaven van Cuxhaven, waar het al druk was met passanten van diverse
nationaliteiten. Veel Nederlanders, Duitsers, Zweden en Engelsen waren
vertegenwoordigd. Anderhalf uur later kwam de Engelsman met het piepkleine
zeiljacht ook nog binnen. Morgen is ons plan om weer terug naar Vlieland te
gaan, een afstand van 150 Nm. Maar dat is nog afhankelijk van de
weersvoorspelling.
donderdag 26 juni 2014
Terug naar Rendsburg
We vertrokken om kwart voor acht uit de jachthaven van Bagenkop. Het was weer
schitterend weer. De zon scheen volop en de temperatuur was aangenaam. Er was
al volop bedrijvigheid in de haven van passanten, die zich opmaakten voor vertrek.
Ook onze Nederlandse buren met hun Gillissen vlet zouden vandaag vertrekken, al
wisten ze nog niet waarheen. Vanwege het slechte weer bij hun vertrek uit
Nederland waren ze via de rivieren en kanalen binnendoor gekomen naar de
Oostzee. Ze hadden nog een stremming gehad bij een hefsluis, die niet
functioneerde. De wind ontbrak helaas, zodat we op motor en grootzeil naar
Kiel/Holtenau voeren. De zee was vlak en we maakten flinke vorderingen. Er was
weinig scheepvaart om ons heen. Om half twaalf passeerden we de aanlooptoren van
het Kielerfjord, dat ook als pilotstation wordt gebruikt. In het Kielerfjord
was het erg druk met scheepvaart. Vrachtvaarders, (Nederlandse) klippers,
zeiljachten en speedboten voeren dwars door elkaar heen. Om één uur kwamen we
bij de sluis van Kiel/Holtenau aan, waar een onweersbui over ons heen trok. De
oude sluis voor sportboten was gestremd. Dat was twee jaar geleden ook al het
geval, zodat we door de nieuwe sluis, bedoeld voor de vrachtvaart, geschut
moesten worden. Twee grote vrachtvaarders gingen ons voor. Na een uur wachten
waren de sportboten aan de beurt. Het was weer even geklauter via een sluistrap om de toegangsbetaling bij de
Sluiskiosk op de hoge sluiskade te voldoen. Een half uur later waren we door de
sluis heen en voeren we weer door het Noord-Oostzeekanaal, waar het opnieuw
begon te regenen. Het viel mee met de drukte. Een paar grote vrachtschepen
passeerden ons. Om kwart over vijf kwamen we in de jachthaven van Rendsburg
aan. Het regende inmiddels niet meer en de zon brak ook weer door. Morgen gaan we naar Cuxhaven, tenzij de
weerkaarten aangeven dat het beter is om direct van Rendsburg door te varen
naar Vlieland.
woensdag 25 juni 2014
Fietstocht op Zuid-Langeland
Vandaag was het mooi fietsweer. Weinig wind en veel zon. En
ook eigenlijk onze echte laatste vakantiedag in de Oostzee, want morgen gaan we terug naar
Rendsburg in het Noord-Oostzeekanaal. We hadden nog een fietskaart van twee jaar geleden toen we vanuit
Rudkøbing, gelegen in het midden aan de westkust van Langeland, een fietstocht
hadden gemaakt. En drie jaar geleden deden we hetzelfde maar toen vanuit
Spodsbjerg aan de oostkust van Langeland. We vertrokken tegen elf uur en
begonnen aan een fietsroute van ca. 30 kilometer. We fietsten eerst door het oude
vissersplaatsje Bagenkop en bezochten het mooie witte kerkje uit begin 1900. Bagenkop
ligt in het zuidelijkste deel van het Deense eiland Langeland en telt ca. 550
inwoners. Daarna fietsten we naar het noorden langs de westkust, waar we een
fraai uitzicht hadden op de glooiende landerijen en de kuststrook. Na ongeveer
acht kilometer kwamen we door het plaatsje Magleby, waar ook weer een mooie kerkje
stond uit 1829 met wederom rondom een fraai aangelegd en onderhouden kerkhof.
We fietsten verder naar de oostkust van Langeland en onderweg zagen we vele leuke
oude vakwerkhuisjes. Halverwege onze fietstocht kwamen we langs
Langelandsfortet. Het voormalige militaire fort fungeert vandaag de dag
als museum met kanonnen, bunkers en een tentoonstelling
over de Koude Oorlog. Een stukje Berlijns muur hadden ze nagebootst. Maar
een bezoek paste niet in onze fietsplannen. Uiteindelijk kwamen we bij de witte
39 meter hoge vuurtoren, genaamd Keldsnor Fyr, uit. Ook deze vuurtoren was niet
te bezichtigen. Vervolgens fietsten we naar Dovns Klint. Een natuurgebied
bestaande uit bossen, binnenmeren met een rijk vogelleven en aan de kust kleine
zandkliffen met kiezelstranden. Op de terugweg naar Bagenkop kwamen we kangs
een zeer oude grafheuvel, Hulbjerg Jættestue, die dateert uit 3000 -1800 voor
Christus. Hierna fietsten we weer terug naar de jachthaven in Bagenkop, waar we
om kwart over drie aankwamen en inmiddels een Nederlander met een motorboot in
de box naast ons lag afgemeerd. Morgen gaan we naar Rendsburg en dan zijn we
weer terug in het Noord-Oostzeekanaal.
dinsdag 24 juni 2014
Naar Bagenkop
Gisteravond was er de Sankt Hans Aften. De grote brandstapel van takken en oud hout werd aangestoken onder de belangstelling van de vele campinggasten, die eerst gezamenlijk een bbq hadden genuttigd op de camping. Het was minder spectaculair als twee jaar geleden in Kerteminde, toen we van het Limfjord afkwamen. Daar werd er echt een feest van gemaakt. Vanochtend verlieten we de jachthaven van Kragenӕs om kwart voor acht. Ons doel voor vandaag was Bagenkop, gelegen aan de zuidwestkust van het Deense eiland Langeland, een afstand van 42 Nm. Het was bewolkt en de wind kwam uit het noordwesten met kracht 4 bft., maar zou later op de dag afnemen naar 1 bft. Om de kop van het eiland Lolland te ronden, voeren we de eerste tien Nm tegen de wind in op motor en grootzeil richting Noord-Langeland. Om kwart over negen waren we om Lolland heen en konden we naar Bagenkop zeilen. Om tien uur gaf Lyngby Radio via de marifoon een “Pan Pan Pan” noodoproep af. Dit betrof een omgeslagen dinghy, waarbij er personen te water zouden zijn geraakt. Of alle schepen in de buurt van de opgegeven positie wilde uitkijken naar de opvarenden van de dinghy. Even later vloog er een reddingshelicopter over ons heen, die op zoek ging naar de vermiste personen. Om elf uur viel de wind inderdaad volgens de voorspelling van de weerkaarten weg naar windkracht 2 en zelfs later naar 1 bft. Niet genoeg om voldoende snelheid te maken en moesten we de motor er weer bij zetten. De zon had er kennelijk meer zin, want die probeerde driftig door de bewolking heen te breken. We hebben niet veel geluk met goede wind in deze vakantie, want tot heden hebben we nog maar betrekkelijk weinig kunnen zeilen. Om het uur werd de “Pan Pan Pan” oproep door Lyngby Radio herhaald en zagen we op een afstand dat de zoekactie nog steeds doorging. Zelfs twee Duitse boten van de Küstenwache zochten mee. Om kwart voor twee bij de zuidkust van Langeland begon het opnieuw te waaien, zodat we weer konden zeilen. Om half drie rondden we het witte vuurtorentje van de zuidkust van Langeland en koersten we naar Bagenkop. Om kwart over drie kwamen we in Bagenkop aan, waar we in een vrije box naaste een Deense en Duitse passant afmeerden. Het was nog even lastig omdat de afstand tussen de palen betrekkelijk smal was voor onze brede Carina. Inmiddels is de jachthaven enorm veranderd met nieuwe boxen en vakantiewoningen rondom. Een groot verschil met 1997, toen we nog met onze Attalia 32 in Bagenkop lagen. Het weer voor morgen is niet al te best. Regen is voorspeld, maar even afwachten wat het wordt. 's Avonds maakten we nog een avondwandeling langs de haven en beklommen we een uitkijktoren, die naast de vakantiewoningen aan de haven was gebouwd.
Abonneren op:
Posts (Atom)