dinsdag 1 juli 2014

Weer terug in de BvK


’s Ochtends om kwart voor acht vertrokken we uit Vlieland in verband met meegaand tij. Bij Harlingen moesten we een ondiepte over en hoogwater Kornwerderzand was het pas om kwart voor één ’s middags. Maar twee uur voor hoogwater zou er al genoeg water staan voor onze diepgang van twee meter. Om kwart voor twaalf kwamen we bij de Lorentz-sluizen van Kornwerderzand aan en zagen we de draaibrug van de afsluitdijk net voor onze neus dicht gaan. Veel jachten kwamen ons tegemoet, die kennelijk aan hun vakantie waren begonnen. Met de volgende sluislichting waren we een uur later door de sluis en met de NW-4 in de rug zeilden we naar de Naviduct/Krabbergatsluizen bij Enkhuizen, waar we om half vijf geschut werden. Om kwart voor acht ’s avonds kwamen we weer in onze thuishaven in de Blocq van Kuffeler aan. Het was mooi weer, veel zon en het merendeel van de tocht van vandaag hebben we kunnen zeilen. De vakantie is voor dit jaar afgelopen, maar we hebben weer een mooie tocht gemaakt. Met als hoogtepunten: Rügen, Christiansø en Møns Klint. Rügen is een mooi vaar- en fietsgebied. De idyllische eilanden Christiansø en Frederiksø waren bijzonder. Polen vonden we wat tegenvallen. Het landschap en de bezienswaardigheden waren niet bijzonder. Gdansk is als Hanzestad misschien fraaier en interessanter, maar was voor deze tocht net te ver. Mogelijk iets voor een volgende zeilreis. De Polen zelf waren vriendelijk maar wel wat ongeorganiseerd. Fietsen op de stoep en je omver rijden is geen uitzondering. Er wordt veel gebouwd en hard gewerkt. Van 8:00 tot 18:00 uur en zaterdag ook. Kolobrzeg aan de havenkant leek wel een bouwput. De bezienswaardigheden van de Duitse Hanzesteden waren mooi, maar we misten toch wel een beetje de bourgondische sfeer. De vernieuwde jachthaven in Ystad was een verassing. Ystad is een leuk stadje en ook aan de fietstocht naar Ales Stenar hebben we een goede herinnering over gehouden. Evenals aan de wandeling naar de indrukwekkende krijtrotsen van Møns Klint. Opvallend was dat er in de jachthavens bijna overal vrij internet beschikbaar was. Daar kunnen de Nederlandse jachthavens een voorbeeld aannemen. Dit geldt ook voor de ligplaatstarieven, die in de Duitse en Poolse jachthavens ongeveer 40-50 % lager zijn dan in Nederland. Het weer was in de eerste drie weken goed. De vierde week was minder, toen er een depressie met veel wind en regen overtrok. De vijfde en zesde week waren weer goed. In het algemeen hebben we veel zon en weinig regen gehad. En dit keer was het ook niet koud vergelijkbaar met de voorgaande jaren. Helaas hebben we niet veel kunnen zeilen. De wind was vaak te weinig, soms te veel of pal tegen. We hebben 156 motoruren gemaakt tegenover 63 zeiluren. De afstand over de grond was in totaal 1269 Nm, maar we hebben 1311 Nm gevaren. En dus meer stroom tegen dan mee gehad. Ook met de mankementen viel het mee. Eén van de drie boordaccu’s heeft het begeven, maar wat mag je verwachten na acht jaar trouwe en soms intensieve dienst. Binnenkort worden ze allemaal vervangen, want het is nu weer tijd voor onderhoud. De boeg en voorzijde romp is sterk vergeeld, de grootzeilval vertoont slijtage, het log moet nagekeken worden, de windwijzer op de mast is aan vervanging toe. Kortom, er is weer volop werk en uiteraard gaan we een nieuw reisplan voor volgend jaar bedenken.

maandag 30 juni 2014

Rustdag Vlieland


Vandaag een rustdag om even bij te komen van onze tocht van Cuxhaven naar Vlieland, want een nacht doorvaren eist toch wel zijn tol in de vorm van slaaptekort. Maar na een goede nachtrust van 10 uur waren we helemaal de oude en maakten we een wandelingetje naar de vuurtoren. Bij het dorpje Oost-Vlieland aangekomen liepen we achter de oude Nicolaaskerk langs. Op deze locatie stond al vanaf de middeleeuwen een kapel, die voor het eerst vermeld werd in 1245. Later werd deze verheven tot parochiekerk. Doordat het dorp West-Vlieland langzaamaan ontvolkt werd en de bevolking zich in Oost-Vlieland ging vestigen, ontstond de behoefte aan een groter gebouw. De huidige kerk werd waarschijnlijk in 1605 gebouwd. In 1647 werd deze verbouwd tot een kruiskerk. Na de klim van de 45 meter hoge Vuurboetsduin, bereikten we de vuurtoren, die vanaf 14:00 uur te bezichtigen was. Dat hebben we dan ook maar gedaan. De Vuurboetsduin is de één na hoogste duin van Nederland. De vuurtoren zelf is slechts 18 meter hoog. Zodra het donker wordt gaat het licht van de vuurtoren schijnen, dit gaat geheel automatisch. Elke vuurtoren heeft een eigen karakter, die van de vuurtoren van Vlieland is 2 seconden aan, 2 seconden uit. We raakten in gesprek met de vuurtorenwachter....eh....vuurtorenpachter, want de vuurtoren is niet meer bemand. En de vuurtorenpachter gebruikt de vuurtoren nu als toeristische attractie. Na de bezichtiging liepen we nog door het gezellige dorpje Vlieland, deden nog de laatste boodschappen en wandelden we terug naar de jachthaven. Inmiddels waren er weer vele jachten vertrokken en kwamen later er weer nieuwe jachten binnen. Het is wel druk, maar nog niet overvol. De echte drukte zal nog wel komen in de maand juli, dan wordt het weer rode vlaggentijd in Vlieland, maar dan zijn wij gelukkig al thuis. 's Avonds maakten we een wandeling langs de haven en namen een lekker ijsje. In de haven was net een visserschip langs de kade afgemeerd, die zijn eigen net in de schroef had gekregen. Een duiker moest er aan te pas komen om het net los te snijden, maar er was geen goed mes of zaag voorhanden. Omstanders begonnen zich ermee te bemoeien en gingen op zoek naar allerlei snij- en zaaggerei. Hoe het afgelopen is, dat weten we niet, want vanwege de koude wind zijn we naar de boot teruggelopen. Morgen gaan we terug naar de Blocq van Kuffeler onze thuishaven en is de vakantie voor dit jaar voorbij. Maar we kunnen met voldoening weer terugkijken op een mooie tocht.

zondag 29 juni 2014

Van Cuxhaven weer terug naar Vlieland


We verlieten Cuxhaven om kwart voor één 's middags, vanwege de stroom die spoedig zou gaan meelopen. Er vertrokken nog vier zeiljachten met ons mee de Elbe op, waaronder twee Zweden. De wind was ZW-3/4 en een goede wind om de Elbe af te zeilen. Het was weer druk met zeevaart op de Elbe. Om half drie kwam er een donkere lucht opzetten en even later zaten we aan de rand van een dikke bui waar we nog een staartje van meepakten. Er kwam een rondvaartboot voorbij met veel toeristen aan het dek, die naar een waddenplaat voer, waarschijnlijk op zoek naar zeehonden. Leuk zo een rondvaart in de regen. Tegen drie uur was de bui overgetrokken en begon de zon weer flauwtjes te schijnen. Om vier bogen de Zweedse jachten af en staken de vaargeul over richting Helgoland. Om half vijf waren we de Elbemonding uit en zetten we koers richting Vlieland, maar dat was pal tegen de wind in, zodat we de motor moesten bijzetten. Om 18:00 uur voeren we door de rede van de Jade langs een vrachtvaarder, genaamd Neuenfelde, waarvan een bemanningslid enthousiast naar ons zwaaide. Om 22:00 uur ging de zon onder en passeerden we de Küstenwache en een Emergency Tuc GB, die beiden voor anker lagen bij het Duitse eiland Baltrum. 's Nachts om half drie passeerden we het windmolenpark bij Borkum, dat als een kermisattractie met vele rode en gele knipperlichten was gemarkeerd. Vele zeilboten kwamen ons tegemoet, waarvan we alleen de navigatielichten konden zien. Toen we om vier uur voorbij het Duitse eiland Borkum waren, begon het weer langzaam licht te worden. Om één uur 's middags kwamen we vermoeid in Vlieland aan waar we afmeerden in een vrije box, geholpen door een aardige Nederlander met een grote motorboot. De afstand was 150 Nm, maar we hadden 160 Nm gevaren en dus meer stroom tegen dan mee gehad. Even later werd het erg druk in de haven. Er kwam zelfs een Frans zeiljacht met drie opvarenden uit Duinkerken binnen, die de havenmeester wilde zoeken voor een vrije box, waarop wij hen vertelden dat elke niet bezette box vrij was. Enthousiast voeren ze de haven verder in op zoek naar een vrije box. Morgen blijven we in Vlieland om uit te rusten van deze tocht.

vrijdag 27 juni 2014

Van Rendsburg naar Cuxhaven


Gisteravond raakten we in gesprek met een Belgische passant uit Nieuwpoort. Ze waren met hun Hunter 40 op weg naar Stockholm. Nog even bijgekletst over de flamboyante havenmeester van Nieuwpoort, die wij ook al jaren kennen en nu gedegradeerd was tot havenmedewerker. Na diesel te hebben getankt bij de vriendelijke havenmeester, die volgens eigen zeggen speciaal vroeg voor ons was opgestaan, vertrokken we tegen achten uit het jachthaventje van Rendsburg en voeren onder de brug door met het unieke fraaie hangpontje. Het was vandaag druk met vrachtvaart. We voeren met drie zeeschepen mee naar Brunsbüttel, die wij telkens inhaalden als ze weer moesten wachten voor tegemoetkomende vrachtvaart. We passeerden een Engelsman in een piepklein zeilbootje, een Leisure 17 met een buitenboordmotortje, die we gisteren bij ons in de jachthaven van Rendsburg zagen liggen en kennelijk weer op weg was naar Engeland. Toch wel bewonderenswaardig met een vijf meter bootje over zee. Hij had zelfs roeispanen bij zich. Om kwart over elf kwam een groot Cruiseschip van P&O ons tegemoet, genaamd Adonia. Het dek stond vol met enthousiast zwaaiende passagiers. Tegen twee uur kwamen we bij de sluizen van Brunsbüttel aan. Ook hier was evenals in Holtenau de sluis voor watersportboten gesloten en moesten we met de vrachtvaart mee geschut worden. Twee zeeschepen, waarmee we opvoeren gingen als eerste de sluis in, waarna pas de jachten aan de beurt kwamen. Om half drie waren we door de sluis heen. De bewolking werd dikker en even later voeren we met motor en fok in de regen de Elbe af naar Cuxhaven. Het was erg druk op de Elbe met zeeschepen en nog lastig om de Elbe over te steken naar Cuxhaven toe. Om kwart over vijf meerden we af in een vrije box in de jachthaven van Cuxhaven, waar het al druk was met passanten van diverse nationaliteiten. Veel Nederlanders, Duitsers, Zweden en Engelsen waren vertegenwoordigd. Anderhalf uur later kwam de Engelsman met het piepkleine zeiljacht ook nog binnen. Morgen is ons plan om weer terug naar Vlieland te gaan, een afstand van 150 Nm. Maar dat is nog afhankelijk van de weersvoorspelling.

donderdag 26 juni 2014

Terug naar Rendsburg


We vertrokken om kwart voor acht uit de jachthaven van Bagenkop. Het was weer schitterend weer. De zon scheen volop en de temperatuur was aangenaam. Er was al volop bedrijvigheid in de haven van passanten, die zich opmaakten voor vertrek. Ook onze Nederlandse buren met hun Gillissen vlet zouden vandaag vertrekken, al wisten ze nog niet waarheen. Vanwege het slechte weer bij hun vertrek uit Nederland waren ze via de rivieren en kanalen binnendoor gekomen naar de Oostzee. Ze hadden nog een stremming gehad bij een hefsluis, die niet functioneerde. De wind ontbrak helaas, zodat we op motor en grootzeil naar Kiel/Holtenau voeren. De zee was vlak en we maakten flinke vorderingen. Er was weinig scheepvaart om ons heen. Om half twaalf passeerden we de aanlooptoren van het Kielerfjord, dat ook als pilotstation wordt gebruikt. In het Kielerfjord was het erg druk met scheepvaart. Vrachtvaarders, (Nederlandse) klippers, zeiljachten en speedboten voeren dwars door elkaar heen. Om één uur kwamen we bij de sluis van Kiel/Holtenau aan, waar een onweersbui over ons heen trok. De oude sluis voor sportboten was gestremd. Dat was twee jaar geleden ook al het geval, zodat we door de nieuwe sluis, bedoeld voor de vrachtvaart, geschut moesten worden. Twee grote vrachtvaarders gingen ons voor. Na een uur wachten waren de sportboten aan de beurt. Het was weer even geklauter via een sluistrap om de toegangsbetaling bij de Sluiskiosk op de hoge sluiskade te voldoen. Een half uur later waren we door de sluis heen en voeren we weer door het Noord-Oostzeekanaal, waar het opnieuw begon te regenen. Het viel mee met de drukte. Een paar grote vrachtschepen passeerden ons. Om kwart over vijf kwamen we in de jachthaven van Rendsburg aan. Het regende inmiddels niet meer en de zon brak ook weer door. Morgen gaan we naar Cuxhaven, tenzij de weerkaarten aangeven dat het beter is om direct van Rendsburg door te varen naar Vlieland.

woensdag 25 juni 2014

Fietstocht op Zuid-Langeland


Vandaag was het mooi fietsweer. Weinig wind en veel zon. En ook eigenlijk onze echte laatste vakantiedag in de Oostzee, want morgen gaan we terug naar Rendsburg in het Noord-Oostzeekanaal. We hadden nog een fietskaart van twee jaar geleden toen we vanuit Rudkøbing, gelegen in het midden aan de westkust van Langeland, een fietstocht hadden gemaakt. En drie jaar geleden deden we hetzelfde maar toen vanuit Spodsbjerg aan de oostkust van Langeland. We vertrokken tegen elf uur en begonnen aan een fietsroute van ca. 30 kilometer. We fietsten eerst door het oude vissersplaatsje Bagenkop en bezochten het mooie witte kerkje uit begin 1900. Bagenkop ligt in het zuidelijkste deel van het Deense eiland Langeland en telt ca. 550 inwoners. Daarna fietsten we naar het noorden langs de westkust, waar we een fraai uitzicht hadden op de glooiende landerijen en de kuststrook. Na ongeveer acht kilometer kwamen we door het plaatsje Magleby, waar ook weer een mooie kerkje stond uit 1829 met wederom rondom een fraai aangelegd en onderhouden kerkhof. We fietsten verder naar de oostkust van Langeland en onderweg zagen we vele leuke oude vakwerkhuisjes. Halverwege onze fietstocht kwamen we langs Langelandsfortet. Het voormalige militaire fort fungeert vandaag de dag als museum met kanonnen, bunkers en een tentoonstelling over de Koude Oorlog. Een stukje Berlijns muur hadden ze nagebootst. Maar een bezoek paste niet in onze fietsplannen. Uiteindelijk kwamen we bij de witte 39 meter hoge vuurtoren, genaamd Keldsnor Fyr, uit. Ook deze vuurtoren was niet te bezichtigen. Vervolgens fietsten we naar Dovns Klint. Een natuurgebied bestaande uit bossen, binnenmeren met een rijk vogelleven en aan de kust kleine zandkliffen met kiezelstranden. Op de terugweg naar Bagenkop kwamen we kangs een zeer oude grafheuvel, Hulbjerg Jættestue, die dateert uit 3000 -1800 voor Christus. Hierna fietsten we weer terug naar de jachthaven in Bagenkop, waar we om kwart over drie aankwamen en inmiddels een Nederlander met een motorboot in de box naast ons lag afgemeerd. Morgen gaan we naar Rendsburg en dan zijn we weer terug in het Noord-Oostzeekanaal.

dinsdag 24 juni 2014

Naar Bagenkop


Gisteravond was er de Sankt Hans Aften. De grote brandstapel van takken en oud hout werd aangestoken onder de belangstelling van de vele campinggasten, die eerst gezamenlijk een bbq hadden genuttigd op de camping. Het was minder spectaculair als twee jaar geleden in Kerteminde, toen we van het Limfjord afkwamen. Daar werd er echt een feest van gemaakt. Vanochtend verlieten we de jachthaven van Kragenӕs om kwart voor acht. Ons doel voor vandaag was Bagenkop, gelegen aan de zuidwestkust van het Deense eiland Langeland, een afstand van 42 Nm. Het was bewolkt en de wind kwam uit het noordwesten met kracht 4 bft., maar zou later op de dag afnemen naar 1 bft. Om de kop van het eiland Lolland te ronden, voeren we de eerste tien Nm tegen de wind in op motor en grootzeil richting Noord-Langeland. Om kwart over negen waren we om Lolland heen en konden we naar Bagenkop zeilen. Om tien uur gaf Lyngby Radio via de marifoon een “Pan Pan Pan” noodoproep af. Dit betrof een omgeslagen dinghy, waarbij er personen te water zouden zijn geraakt. Of alle schepen in de buurt van de opgegeven positie wilde uitkijken naar de opvarenden van de dinghy. Even later vloog er een reddingshelicopter over ons heen, die op zoek ging naar de vermiste personen. Om elf uur viel de wind inderdaad volgens de voorspelling van de weerkaarten weg naar windkracht 2 en zelfs later naar 1 bft. Niet genoeg om voldoende snelheid te maken en moesten we de motor er weer bij zetten. De zon had er kennelijk meer zin, want die probeerde driftig door de bewolking heen te breken. We hebben niet veel geluk met goede wind in deze vakantie, want tot heden hebben we nog maar betrekkelijk weinig kunnen zeilen. Om het uur werd de “Pan Pan Pan” oproep door Lyngby Radio herhaald en zagen we op een afstand dat de zoekactie nog steeds doorging. Zelfs twee Duitse boten van de Küstenwache zochten mee. Om kwart voor twee bij de zuidkust van Langeland begon het opnieuw te waaien, zodat we weer konden zeilen. Om half drie rondden we het witte vuurtorentje van de zuidkust van Langeland en koersten we naar Bagenkop. Om kwart over drie kwamen we in Bagenkop aan, waar we in een vrije box naaste een Deense en Duitse passant afmeerden. Het was nog even lastig omdat de afstand tussen de palen betrekkelijk smal was voor onze brede Carina. Inmiddels is de jachthaven enorm veranderd met nieuwe boxen en vakantiewoningen rondom. Een groot verschil met 1997, toen we nog met onze Attalia 32 in Bagenkop lagen. Het weer voor morgen is niet al te best. Regen is voorspeld, maar even afwachten wat het wordt. 's Avonds maakten we nog een avondwandeling langs de haven en beklommen we een uitkijktoren, die naast de vakantiewoningen aan de haven was gebouwd.

maandag 23 juni 2014

Wandelen in Kragenӕs


Lolland is het op drie na grootste eiland van Denemarken. De oppervlakte bedraagt 1243 km2. Vandaag stond er nog steeds een harde wind. Maar het was verder mooi weer. De zon scheen volop. We besloten om een wandeling in de omgeving te maken met behulp van de tips en het kaartje van de havenmeester, een wandelroute van een dikke 12 km. Om half twaalf na betaling bij de havenmeester begonnen we aan onze wandeling. Vanuit de jachthaven liepen we gelijk een bosrijk gebied in en even later wandelden we tussen de korenvelden door in het glooiend landschap. Na een kilometer kwamen we langs enorme stenen beelden. Een nieuw kunstproject, genaamd de Dodekalitten. Alle informatie stond in het Deens, zodat we niet konden achterhalen, wat het allemaal betekende. Na deze beelden uitvoerig te hebben bekeken liepen we verder en kwamen we langs een aantal oude grafheuvels uit de Vikingtijd. Een ervan had zelfs een nauwe opening waar je in kon, maar te klein voor ons. Daarna wandelden we naar Ravnsborg, een mooi uitkijkpunt op een heuvel met uitzicht over het vaarwater van Småland en het glooiende landschap. Na een rustpauze liepen we via het hoogste punt van Lolland, dat ook uit een grafheuvel bestond, naar het plaatsje Lindet, waar een fraai oud geel kerkje stond met een apart staande houten klokkentoren genaamd de Birket Kirke. Ooit gebouwd in 1350, maar later in 1500 zwaar gemodificeerd. De houten klokkentoren is één van de oudste en best bewaarde klokkentoren van Denemarken. Er omheen lag een prachtig aangelegd en onderhouden kerkhofje. De kerk zelf was gesloten, maar na de bezichtiging van het kerkhof vervolgden we onze wandeling. De route slingerde verder door het landschap. Na het dorpje Birket liepen we nog langs een zandgroeve en kwamen we om half vier aan bij de Købsmand in Kragenӕs, een kleine Spar, waar we maar meteen de nodige boodschappen hebben gedaan. Om vier uur waren we weer terug op onze boot, waar we na deze mooie dag weer even konden uitrusten. Vanavond op 23 juni vieren de Denen de zonnewende, genaamd Sankt Hans Aften, en steken ze grote houtstapels in de brand, terwijl ze zelf er omheen gaan barbecueën en picknicken. Vanavond maar eens kijken wat voor feest het gaat worden.

zondag 22 juni 2014

Van Klintholm naar Kragenӕs (Lolland)


Toen we vanochtend opstonden, waaide het behoorlijk. Er stond een WNW-5/6, maar we besloten om toch te vertrekken, want de tijd begint de dringen en we willen nog een aantal plaatsjes aandoen in Denemarken. Ons doel voor vandaag was Kragenӕs, gelegen op het Deense eiland Lolland met een afstand over de grond van 47 Nm. We verlieten Klintholm Havn om kwart voor acht. Met een rif in het grootzeil en een gereefde fok stoven we met 8 knopen aan de wind naar de ingang tussen de Deense eilanden Møn en Falster, een afstand van 9 Nm. Om half tien bereikten we de ingang en voeren we door het smalle vaarwater Grønsund tussen Møn en Falster. De koers was west, zodat we de harde wind precies op de kop kregen. Met motor en grootzeil laveerden we naar het vaarwater Småland ten westen van het eiland Falster. Omstreeks één uur voeren we onder twee grote bruggen door, die Møn en Falster resp. Sjӕlland en Falster verbinden. Het vaarwater Småland was weer ruim genoeg om te zeilen. We laveerden tegen de harde wind in, met ook nog eens bijna 2 knopen windstroom tegen, zodat we minder vorderingen maakten dan we gedacht hadden. We voeren onder de eilandjes Femø, die we in 2011 hebben bezocht toen we op weg waren naar Göteborg, en Fejø door richting Kragenӕs. Om kwart over vijf kwamen we in Kragenӕs aan en meerden we af in een vrije box. Op het log stond 61 Nm, we hebben dus vanwege de tegenwind en windstroom 14 Nm extra gevaren vandaag. Ook hier in de jachthaven was er weer vrij internet. Daar kunnen de Nederlandse jachthavens een voorbeeld aan nemen. Van de vrouwelijke havenmeester kregen we tips en een kaartje van de omgeving. ’s Avonds hebben we nog een wandelingetje gemaakt rond de haven. Vanuit Kragenӕs gaan er twee veerboten naar de eilanden Femø en Fejø. We zien nog wel wat we morgen gaan doen.

zaterdag 21 juni 2014

Wandeling naar Møns Klint


Vandaag stond er een dikke NW-6, zodat we besloten om een wandeling te maken naar Møns Klint, de fraaie hoge witte krijtrotsen van het Deense eiland Møn. Het was verder mooi weer. Ondanks de bewolking scheen de zon regelmatig en gelukkig geen regen. Na eerst de nodige boodschappen te hebben gedaan, wandelden we tegen twaalf uur langs het vissershaventje van Klintholm richting Møns Klint. Aan de haven staat een leuk “pakhuset” van vroeger, waar nu een “galleri” in zat. We liepen langs een mooi landweggetje met aan weerszijden korenakkers op de glooiende heuvels. De weg ging steeds meer omhoog en het laatste stuk was even klimmen. Na een kleine 7 km kwamen we bij Møns Klint aan, waar tevens een Expocentrum stond met een expositie over Dinosaurussen. Maar daar kwamen we niet voor. Via een op en neer gaand kustpad liepen we langs de fraaie kliffen. Op sommige plaatsen hadden de Denen houten loopbruggen gemaakt, zodat je een fantastisch uitzicht had op de gigantische krijtrotsen. De bossen van Møn bestrijken een lengte van acht kilometer, die aan het eind van de kliffen abrupt eindigen. Het hoogste punt van de kliffen bedraagt 143 meter. Het kiezelstrand was bereikbaar via een aantal steile trappen. En dat was wel even zweten, want naar beneden ging wel, maar de in totaal 485 treden omhoog klimmen, was een zware klus. Vanaf het kiezelstrand was de aanblik van de kliffen zelfs nog fraaier. Het strand betreden is ook niet zonder risico, want regelmatig breken er grote stukken krijtrots af en verdwijnen in zee. Zo zijn er in de 20ste eeuw al grote delen verdwenen, waaronder een derde deel van het park Liselund dat in 1905 in de zee verdween. In 1914 spoelden grote delen van de Dronningestolen (De koninginnenstoel) weg. In 1952 stortte duizenden tonnen krijt, leem en kiezels naar beneden en vormden een schiereiland dat zich tot 500 meter in zee uitstrekte. En in 1980 brak een groot deel van de “Sommerspiret” af, die in 1988 in zijn geheel verdween. Het is niet verwonderlijk dat de Denen zich hier zorgen over maken. De verwachting is dat over 50.000 jaar deze kliffen niet meer bestaan. Het kustpad eindigde bij de op een huis gebouwde vuurtoren, die we vanwege privë-bezit niet konden bezichtigen. En was het ook weer tijd om naar de boot terug te gaan, want we moesten de laatste vijf kilometer weer dezelfde weg, maar nu met strakke wind tegen, teruglopen. Na in totaal een kleine 20 km te hebben gewandeld, kwamen we om 17:00 uur nogal vermoeid maar met fraaie indrukken weer terug op onze boot.